La Cour doit examiner si les principes d'égalité et de non-discrimination imposent de faire un raisonnement analogue, selon lequel l'intérêt de
l'enfant doit être davantage mis en avant, dans le cas visé à l'article 319, § 4, du Code civil et, plus spécifiquement, s
i dans le cas de la reconnaissance d'un enfant mineur non émancipé dont la mère est inconnue, décédée ou dans l'impossibilité de manifester sa volonté, opérée par un homme dont la non-paternité biologique n'est pas démontrée,il appartient au tribunal, lors de l'examen de l'
...[+++]action en nullité de cette reconnaissance, de statuer en tenant compte de l'intérêt de l'enfant.Het Hof dient te onderzoeken of de beginsele
n van gelijkheid en niet-discriminatie vereisen dat een soortgelijke redenering waarbij het belang van het kind meer op de voorgrond wordt geplaatst, dient te worden gemaakt in het geval bedoeld in artikel 319, § 4, van het Burgerlijk Wetboek, en meer specifiek, of in het geval van de erkenning van een minderjarig, niet ontvoogd kind van wie de moeder onbekend, overleden dan wel in de onmogelijk is haar wil te kennen te geven is, door een man van wie niet is aangetoond dat hij niet de biologische vader is, het de rechtbank toekomt bij de beoordeling van de vordering tot vernietiging van die erk
...[+++]enning, uitspraak te doen rekening houdend met de belangen van het kind.