Lorsqu'il prend une décision, l'Office des étrangers tient-il également compte de la situation familiale et en particulier, de l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, qui prévoit le respect de la vie privée et de la vie de famille comme invoqué par le Conseil du contentieux des étrangers dans sa décision de suspension d'un refus de visa pour regroupement familial ?
Maakt de Dienst Vreemdelingenzaken bij het nemen van een beslissing ook een belangenafweging, rekening houdend met de gezinssituatie en dan meer bepaald met artikel 8 van het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens, dat wijst op het recht op respect voor privé- en familieleven zoals aangehaald in de hierboven geschetste schorsing door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van een weigering van een visum voor gezinshereniging?