26. met en garde contre le fait que l'absence de perspectives à long terme due à la pauvreté, au chômage et à l'exclusion sociale peut engendrer un sentiment d'impuissance auprès des personnes touchées et même conduire à un comportement destructeur pour avoir le sentiment de reprendre le pouvoir en s'associant à des organisations djihadistes ou à des mouvements d'extrême-droite; invite les États membres à redoubler d'efforts pour atténuer la pauvreté, offrir des perspectives d'emploi ainsi que pour autonomiser et respecter les personnes et les communautés;
26. waarschuwt ervoor dat het gebrek aan toekomstperspectieven als gevolg van armoede, werkloosheid en sociale exclusie ertoe kan leiden dat mensen zich machteloos voelen en zelfs op destructieve wijze voor zichzelf gaan opkomen door lid te worden van jihadistische organisaties of extreemrechtse bewegingen; vraagt de lidstaten meer te doen op het gebied van het bestrijden van armoede, het bieden van werkgelegenheidsmogelijkheden, en de empowerment en het respecteren van individuen en gemeenschappen;