9. fait observer que les femmes et les enfants, en particulier les filles, sont les victimes les plus vulnérables d'actes de torture et de mauvais traitements; rappelle, par conséquent, l'importance de donner à la torture une acception tenant compte des aspects liés au sexe, ainsi que la nécessité de porter une attention toute particulière aux questions telles que le viol en détention, les violences à l'encontre des femmes enceintes et la négation des droits reproductifs;
9. wijst erop dat vrouwen en kinderen, met name meisjes, het kwetsbaarst zijn voor praktijken van foltering en mishandeling; benadrukt in dit verband het belang van een genderbewuste interpretatie van marteling en de noodzaak om bijzondere aandacht te besteden aan kwesties als verkrachting in gevangenissen, geweld tegen zwangere vrouwen en het ontzeggen van reproductieve rechten;