Art. 2. Dans l'article 7, § 2, alinéa 1, de l'arrêté royal n° 31, du 2 avril 2002, relatif aux modalités d'application de la taxe sur la valeur ajoutée en ce qui concerne les opérations effectuées par les assujettis qui ne sont pas établis en Belgique, inséré par l'arrêté royal du 9 décembre 2009, les mots « avant que n'expire la troisième année civile qui suit celle durant laquelle la cause de restitution est intervenue » sont remplacés par les mots « au plus tard le 30 septembre de l'année civile qui suit la période relative à la demande de restitution ».
Art. 2. In artikel 7, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 december 2009, worden de woorden « vóór het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op dat waarin de oorzaak van de teruggaaf zich heeft voorgedaan » vervangen door de woorden « uiterlijk op 30 september van het kalenderjaar volgend op het tijdvak waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft ».