En 2002/2003, la SNCB devait donc décider si, dans l'ensemble, il était moins cher de financer la restructuration d'IFB (qui impliquait le désinvestissement des filiales en France et la continuation des activités en Belgique) ou s'il était moins cher de mettre IFB en faillite.
In 2002/2003 moest de NMBS dus beslissen of het over het geheel genomen goedkoper was de herstructurering van IFB te financieren (die de desinvestering van de dochterbedrijven in Frankrijk en de voortzetting van de activiteiten in België impliceerde) dan IFB failliet te laten gaan.