b) On suggère souvent à tort que l'embryon ne peut revêtir que deux statuts : a) une sorte de valeur qui s'apparente à peu près à celle d'une « personne » (dans le sens éthique ou juridique), ce qui exclurait toute « instrumentalisation », ou b) une réduction à un « objet ordinaire » envers lequel toute forme de retenue serait inutile.
b) Ten onrechte wordt vaak gesuggereerd dat het embryo slechts twee types van statuut kan bekomen : (a) een wijze van waarderen die ongeveer gelijk staat met datgene wat een « persoon » in de ethisch-juridische zin toekomt, hetgeen elk zogenaamd « instrumentaliserend » gebruik zou uitsluiten, ofwel (b) een « reduceren » tot een « doodgewoon object », waarbij elke schroom overbodig zou zijn.