Cette notion est décrite dans l'arrêt no 26.007 du Conseil d'État com
me « .le lieu où la personne concernée a la disposition effective d'une habitation qu'elle occupe réellement et dans l'intention d'en faire son principal établissement, c'est-à-dire sa résidence d'où elle participe à la vie
sociale, où elle se retire pour sa vie privée, où se situe le centre de sa vie familiale, où elle rentre régulièrement, si elle exerce une activité au dehors, après l'accomplissement de sa tâche quotidienne et où elle séjourne de façon ininterromp
...[+++]ue..».
Deze notie wordt omschreven in het arrest nr. 26.007 van de Raad van State als «.de plaats waar de betrokken persoon effectief de beschikking heeft over een woning, die hij echt blijkt te bewonen, en die hij betrekt met de bedoeling er zijn hoofdkwartier te vestigen, dat wil zeggen er de verblijfplaats van maken van waaruit hij deelneemt aan het maatschappelijk verkeer, waar hij zich terugtrekt voor zijn privé-leven, waar het centrum ligt van zijn gezinsleven, en waar hij, zo hij een bedrijvigheid buitenhuis uitoefent, na de dagtaak regelmatig terugkomt en er onafgebroken verblijft ..».