Ce code de conduite décrit des procédures normalisées communes visant à simplifier l'organisation des opérations de retour et des interventions en matière de retour et à garantir que le retour se fasse d'une façon humaine et dans le plein respect des droits fondamentaux, en particulier les principes de dignité humaine, d'interdiction de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants, le droit à la liberté et à la sûreté et les droits à la protection des données à caractère personnel et à la non-discrimination.
In de gedragscode worden gemeenschappelijke gestandaardiseerde procedures beschreven die de organisatie van terugkeeroperaties en terugkeerinterventies moeten vereenvoudigen en moeten waarborgen dat de terugkeer op humane wijze en met onverkorte inachtneming van de grondrechten verloopt, meer bepaald van de beginselen van de menselijke waardigheid, het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, het recht op vrijheid en veiligheid, het recht op bescherming van persoonsgegevens en het non-discriminatiebeginsel.