3.1. Les ouvriers dont le dernier employeur relève de la compétence de la Commission paritaire de l'ameublement et de l'industrie transformatrice du bois, et qui ont pris leur pension de retraite (anticipée) au plus tard en 2007 et bénéficient donc d'une pension de retraite basée sur les années de carrière professionnelle se situant entièrement avant l'entrée en vigueur de la LPC, ont droit à une rente annuelle et ce pendant 15 ans maximum.
3.1. De arbeiders waarvan de laatste werkgever ressorteert onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, en die uiterlijk in de loop van 2007 met (vervroegd) rustpensioen zijn gegaan, en dus een rustpensioen genieten gebaseerd op loopbaanjaren die zich volledig situeren vóór de inwerkingtreding van de WAP, hebben recht op een jaarlijkse rente en dit gedurende maximaal 15 jaar.