En cas de transmissions successives par décès d'un bien acquis sous condition suspensive ou d'un bien possédé par un tiers, mais revendiqué par la succession, l'impôt de succession est dû, dans les conditions déterminées par l'article 2.7.3.3.7, par l'article 3.3.1.0.5, § 2, et par l'article 3.3.1.0.6, uniquement à raison de la dernière mutation.
In geval van achtereenvolgende overgangen door overlijden van een goed dat onder opschortende voorwaarde is verkregen, of van een goed dat in bezit is van een derde, maar door de nalatenschap is teruggeëist, is de erfbelasting verschuldigd overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 2.7.3.3.7, artikel 3.3.1.0.5, § 2, en artikel 3.3.1.0.6, alleen wegens de laatste overgang.