2. Lorsqu'une plainte a été reçue ou que l'inspecteur, à partir de ses propres observations à bord, a des raisons de penser que les marins sont excessivement fatigués, il effectue une inspection détaillée conformément au paragraphe 1 pour déterminer si les heures de travail ou les périodes de repos inscrites au registre correspondent aux normes établies par la directive 1999/63/CE dans le secteur maritime et si elles ont été dûment observées, en tenant compte d'autres registres relatifs à l'exploitation du navire.
2. Wanneer een klacht is ontvangen, of de inspecteur op grond van zijn eigen waarnemingen aan boord vermoedt dat de zeevarenden oververmoeid zijn, voert de inspecteur een nadere inspectie uit volgens lid 1 om zich ervan te vergewissen of de geregistreerde arbeids- en rusttijden in overeenstemming zijn met de in Richtlijn 1999/63/EG voor de zeevaartsector vastgelegde normen en of daaraan naar behoren de hand is gehouden, waarbij hij andere geregistreerde gegevens betreffende de scheepsactiviteiten in zijn beoordeling betrekt.