Considérant que le Conseil du Contentieux des Etrangers, par arrêt du 28 juin 2013, a annulé une décision de refus de visa de long séjour en vue d'un regroupement familial prise par un agent de l'Office des étrangers à l'égard d'un ressortissant de pays tiers, membre de la famille d'un belge tel que visé à l'article 40ter de la loi du 15 décembre 1980; que la décision attaquée a été annulée en raison de l'incompétence de l'auteur de l'acte, celui-ci n'ayant reçu aucune délégation de pouvoir pour prendre une telle décision;
Overwegende dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen door middel van een arrest van 28 juni 2013 een beslissing tot weigering van een visum lang verblijf met het oog op een gezinshereniging, die door een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken genomen werd ten opzichte van een onderdaan van een derde land, familielid van een Belg, zoals bedoeld in artikel 40ter van de wet van 15 december 1980, geannuleerd heeft; dat de aangevallen beslissing omwille van de onbevoegdheid van de steller van de handeling geannuleerd werd, aangezien aan d
eze persoon geen enkele delegatie van bevoegdheid verleend werd om een dergelijke beslissing te nem
...[+++]en;