«d) aux fins du calcul des biocarburants dans le numérateur, la part d’énergie des biocarburants produits à partir de céréales et d’autres plantes riches en amidon, sucrières ou oléagineuses, n’est pas supérieure à 5 %, la part estimative fin 2011, de la consommation finale d’énergie dans les transports en 2020».
"d) voor het berekenen van biobrandstoffen in de teller bedraagt het aandeel van energie uit biobrandstoffen geproduceerd uit granen en andere zetmeelrijke gewassen, suikers en oliegewassen niet meer dan 5 %, het geraamde aandeel ervan eind 2011, van het eindenergieverbruik in de vervoersector in 2020".