Comme les dispositions au sujet desquelles la Cour a statué dans l'arrêt n° 77/93 précité, les dispositions actuellement en cause prévoient une cotisation forfaitaire, étant entendu, toutefois, que le législateur a maintenant lui-même indiqué un critère de distinction - la taille de la société - sur la base duquel le Roi peut moduler la cotisation due, sans qu'elle puisse excéder 868 euros.
Zoals de bepalingen waarover het Hof in zijn voormelde arrest nr. 77/93 uitspraak heeft gedaan, voorzien de thans in het geding zijnde bepalingen eveneens in een forfaitaire bijdrage, met dien verstande evenwel dat thans de wetgever zelf een criterium van onderscheid heeft aangegeven - de omvang van de vennootschap - op basis waarvan de Koning de verschuldigde bijdrage kan moduleren, zonder dat die bijdrage 868 euro kan overschrijden.