1° le placement en toiture qui présente une pente inférieure à 45° par rapport à l'horizontal, de lanterneaux, de fenêtres de toit ou de verrières réalisés dans le plan de la toiture, pour autant que, s'il s'agit d'une toiture inclinée, leur superficie cumulée n'excède pas 20 % de la superficie du versant de toiture;
1° op een dak met een helling van minder dan 45° ten opzichte van de waterpaslijn, de plaatsing van lichtkoepels, dakvensters of glasramen die in het vlak van het dak zijn gerealiseerd, voor zover, wanneer het om een hellend dak gaat, hun gecumuleerde oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 % van de dakhelling;