Sous-section IV. - Minimum de capital requis Art. 189. § 1. Les entreprise
s d'assurance ou de réassurance détiennent un minimum de capital requis calculé conformément aux principes suivants: 1° il est calculé d'une manière claire et simple, et de telle sorte que son calcul puisse faire l'objet d'un audit; 2° il correspond à un montant de fonds propres de base éligibles en-deçà duquel les preneurs d'assurance et les bénéficiaires seraient exposés à un niveau de risque inacceptable si l'entreprise d'assuranc
e ou de réassurance était autorisée ...[+++] à poursuivre son activité; 3° la fonction linéaire, visée au paragraphe 2, utilisée pour calculer le minimum de capital requis est calibrée selon la valeur en risque des fonds propres de base de l'entreprise d'assuranc
e ou de réassurance concernée, avec un niveau de confiance de 85 % à l'horizon d'un an; 4° il a un seuil absolu: a) de 2 500 000 EUR pour les entreprises d'assurance non-vie, y compris les entreprises captives d'assurance, sauf dans le cas où tout ou partie des risques visés dans l'une des branches 10 à 15 mentionnées à l'Annexe I sont couverts, auquel cas il ne peut être inférieur à 3 700 000 EUR; b) de 3 700 000 EUR pour les entreprises d'assurance-vie, y compris les entreprises captives d'assurance; c) de 3 600 000 EUR pour les entreprises de réassurance, sauf dans le cas des entreprises captives de réassurance, auquel cas il ne peut être inférieur à 1 200 000 EUR; d) correspondant à la somme des montants énoncés aux a) et b) pour les entreprises d'assurance visées à l'article 223, alinéa 1.
Onderafdeling IV. - Minimumkapitaalvereiste Art. 189. § 1. De verzekerings-
of herverzekeringsondernemingen voldoen aan een minimumkapitaalvereiste dat berekend wordt overeenkomstig de volgende beginselen: 1° het wordt op een duidelijke en eenvoudige wijze berekend, en wel zodanig dat de berekening kan worden gecontroleerd; 2° het komt overeen met een bedrag aan in aanmerking komend kernvermogen waaronder de verzekeringnemers en de begunstigden blootstaan aan een ontoelaatbaar risiconiveau, indien de verzekerings- of herverzekeringsonderneming haar activiteiten zou mogen voortzetten; 3° de in paragraaf 2 bedoelde lineaire functie di
...[+++]e wordt gebruikt voor de berekening van het minimumkapitaalvereiste, wordt gekalibreerd volgens de VaR van het kernvermogen van de betrokken verzekerings- of herverzekeringsonderneming, met een betrouwbaarheidsgraad van 85 % over een periode van één jaar; 4° het heeft een absolute ondergrens: a) van 2 500 000 EUR voor niet-levensverzekeringsondernemingen, met inbegrip van verzekeringscaptives, behalve wanneer alle of sommige van de risico's van een van de takken 10 tot 15 als vermeld in Bijlage I worden gedekt, in welk geval de ondergrens niet lager mag zijn dan 3 700 000 EUR, b) van 3 700 000 EUR voor levensverzekeringsondernemingen, met inbegrip van verzekeringscaptives, c) van 3 600 000 EUR voor herverzekeringsondernemingen, behalve voor herverzekeringscaptives, in welk geval de ondergrens niet lager mag zijn dan 1 200 000 EUR, d) die gelijk is aan de som van de in a) en b) vermelde bedragen voor de verzekeringsondernemingen bedoeld in artikel 223, eerste lid.