C. considérant que les évènement récents, dont les allégations d'inconduite soulevées à l'encontre du président de la Cour suprême du Pakistan – qui ont entraîné, le 9 mars, le limogeage de l'intéressé et déclenché une vague de protestations populaires – ont relancé l'urgence d'aborder la question de la démocratie et de l'État de droit au Pakistan,
C. overwegende dat de gebeurtenissen van de afgelopen tijd, waaronder de schorsing op 9 maart van de Pakistaanse opperrechter op grond van tot dusver nog niet bewezen beschuldigingen van wangedrag en de aanhoudende protesten van de bevolking naar aanleiding van deze actie, de noodzaak om de kwestie van democratie en rechtsstaat in Pakistan op te lossen, nog dringender hebben gemaakt,