M. Mahoux souligne que la proposition de loi à l'examen fait suite à l'arrêt nº 137/2008 du 21 octobre 2008 de la Cour constitutionnelle, laquelle a estimé que le régime des dépens prévu à l'article 1258, alinéa 2, du Code judiciaire, tel qu'il a été remplacé par la loi du 27 avril 2007 réformant le divorce, était inconstitutionnel.
De heer Mahoux onderstreept dat voorliggend wetsvoorstel er komt na arrest nr. 137/2008 van 21 oktober 2008 van het Grondwettelijk Hof, dat geoordeeld heeft dat de kostenregeling van artikel 1258, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding, ongrondwettelijk was.