L'intervenante tient à souligner que ce qui préoccupait le législateur en 1976, lors de l'instauration de la possibilité de modifier le régime matrimonial pendant le mariage, c'était, d'une part, le risque d'influence réciproque entre les époux et, d'autre part, le risque de préjudice porté aux créanciers.
Spreekster wil benadrukken dat de wetgever in 1976, bij de invoering van de mogelijkheid van wijziging van huwelijksvermogensstelsel tijdens het huwelijk, bekommerd was enerzijds voor het risico van wederzijdse beïnvloeding tussen echtgenoten, anderzijds voor het risico van de benadeling van schuldeisers.