3. constate que la Cour des comptes n'a pas fait d'observations particulières et estime que les comptes de l'Autorité pour l'exercice 2010 sont fiables, légaux et réguliers; rappelle, cependant, les commentaires faits par la Cour des comptes sur le réexamen des déclarations d'intérêts des membres du conseil d'administration et sur les procédures de recrutement; prend acte, à cet égard, des réponses apportées par l'Autorité;
3. merkt op dat de Rekenkamer geen bijzondere opmerkingen formuleerde en de jaarrekening van de autoriteit voor 2010 betrouwbaar, wettig en regelmatig noemt; herinnert niettemin aan de opmerkingen van de Rekenkamer met betrekking tot de herziening van de belangenverklaringen van de leden van de raad van bestuur en met betrekking tot de aanwervingsprocedures; neemt in dit verband kennis van de antwoorden van de autoriteit;