Article 36. Lorsqu'un accompagnement se termine dans le cadre d'un article 30 ou 31bis du décret du 30 juin 1998 précité, le service d'accrochage scolaire sollicite la vérification de l'orientation scolaire du mineur par le centre psycho-médico- social compétent, d'une part, et, d'autre part, il contacte les instances visées, selon le cas, à l'article 80, § 3, ou 88, § 3, du décret du 24 juillet 1997 précité pour l'assister dans la réinsertion scolaire du mineur.
Art. 36. Wanneer de begeleiding tot een einde komt in het kader van een artikel 30 of 31bis van het voormelde decreet van 30 juni 1998, vraagt de dienst voor schoolherinschakeling het nazicht aan van de schooloriëntatie van de minderjarige door het bevoegde psycho-medisch-sociale centrum, enerzijds, en, anderzijds, neemt hij contact op met de instanties bedoeld, naargelang het geval, bij artikel 80, § 3, of 88, § 3, van het voormelde decreet van 24 juli 1997, om hem bij te staan in de schoolherinschakeling van de minderjarige.