3. La Commission établit, suivant des procédures
transparentes, des répartitions indicatives par État membre des crédits d'engagement disponibles pour la programmation visée aux articles 13 à 19 en tenant pleinement compte, pour les objectifs n° 1 et n° 2, d'un ou plusieurs des
critères objectifs analogues à ceux de la période précédente couverte par le règlement (CEE) n° 2052/88, à savoir: la population éligible, la prospérité régionale, la prospérité nationale et la gravité relative des problèmes structurels, notamment le niveau de
...[+++]chômage.3. De Commissie stelt volgens doorzichtige procedures indicatieve verdelingen van de vastleggingskredieten van de Structuurfondsen over de lidstaten voor de in de artikelen 13 tot en met 19 bedoelde programmering vast en houdt hierbij voor de doelstellingen 1 en 2 ten volle rekening met een of meer objectieve criteria die vergelijkbaar zijn met de criteria uit de voorgaande periode krachtens Verordening (EEG) nr. 2052/88, zoals de voor steun in aanmerking komende bevolking, de regionale welvaart, de nationale welvaart en de relatieve ernst van de structurele problemen, met name van het werkloosheidsniveau.