« Si le présumé absent était cohabitant légal le jour de sa disparition et s'il est déclaré absent ou si son décès est déclaré judiciairement, l'administrateur judiciaire dresse un inventaire de tous les biens meubles et immeubles réputés en indivision en vertu de l'article 1478, et le dépose dans le délai visé à l'alinéa 1 , au greffe de la justice de paix.
« Indien de vermoedelijk afwezige wettelijk samenwoonde op de dag van zijn verdwijning en indien hij afwezig of gerechtelijk overleden wordt verklaard, maakt de gerechtelijk bewindvoerder een inventaris op van alle roerende en onroerende goederen die geacht worden in onverdeeldheid te zijn op grond van artikel 1478 en dient die inventaris binnen de in het eerste lid bedoelde termijn in ter griffie van het vredegerecht.