«aléa», la défaillance identifiée et possible ou déjà survenue d'un élément, concernant non seulement les éléments du réseau de transport, mais aussi les éléments importants des utilisateurs du réseau et du réseau de distribution s'ils ont une incidence sur la sécurité d'exploitation du réseau de transport;
10. „onvoorziene gebeurtenis”: een bekende en mogelijke of al voorgekomen storing in een element, met inbegrip van niet alleen de transmissiesysteemelementen maar ook de belangrijke netwerkgebruikers en distributienetwerkelementen, indien deze van belang zijn voor de operationele veiligheid van het transmissiesysteem;