Vu l'arrêté royal du 13 novembre 1991 fixant les règles applicables à l'appréciation des qualités morales d'un candidat militaire du cadre actif ou d'un milicien, candidat officier de réserve ou candidat sous-officier de réserve, notamment l'article 3, modifié par l'arrêté royal du 11 août 1994, et l'article 5, § 2, alinéa 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de morele hoedanigheden van een kandidaat-militair van het actief kader of van een dienstplichtige, kandidaat-reserveofficier of kandidaat-reserveonderofficier, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, en op artikel 5, § 2, eerste lid;