1. Lorsqu'il est possible de confondre la personne effectivement visée par un signalement et une personne dont l'identité a été usurpée, l'État membre qui a introduit le signalement ajoute dans le signalement des données concernant cette dernière, sous réserve du consentement explicite de celle-ci, afin d'éviter les conséquences négatives que peuvent entraîner des erreurs d'identification.
1. Wanneer de daadwerkelijk gesignaleerde persoon kan worden verward met een persoon wiens identiteit onrechtmatig is aangenomen, neemt de lidstaat waarvan de signalering uitgaat, in de signalering extra gegevens betreffende de laatstbedoelde persoon op, voor zover deze uitdrukkelijk daarin toestemt, om nadelige gevolgen van verkeerde identificatie te voorkomen.