Concernant le fond, les parties requérantes critiquent tout d'abord la thèse qui semble résulter de l'ensemble du mémoire du Conseil des ministres selon laquelle des opérations de gestion dynamique de la trésorerie des entreprises, et plus particulièrement des placements temporaires de trésorerie en actions, seraient des opérations spéculatives critiquables, voire suspectes, qui ne mériteraient dès lors pas que l'on s'insurge contre les mesures qui les concernent.
Wat de grond van de zaak betreft, bekritiseren de verzoekende partijen in de eerste plaats de stelling die lijkt voort te vloeien uit het geheel van de memorie van de Ministerraad en volgens welke de verrichtingen van dynamisch financieel beheer van de ondernemingen, en meer in het bijzonder van de tijdelijke geldbeleggingen in aandelen, bekritiseerbare, zelfs verdachte speculatieverrichtingen zouden zijn, die bijgevolg niet zouden verdienen dat men zich tegen de desbetreffende maatregelen verzet.