Vu la loi coordonnée du 10 juillet 2008 sur les hôpitaux et autres établissements de soins, l'article 105, § 1, modifié par la loi du 10 avril 2014 porta
nt des dispositions diverses en matière de santé; Vu l'arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux; Vu les avis du Conseil National des Etablissements Hospitaliers, Section Financement, donnés le 12 novembre 2015 et 14 janvier 2016; Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 19 janvier 2016; Vu la transmission par voie électronique, le 19 janvier 2016, de la notification des budgets des moyens au ministre
...[+++]compétent du gouvernement de la Communauté flamande, du gouvernement de la Communauté française et du Collège réuni de la Commission communautaire commune; Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 26 février 2016; Vu l'avis 59.086/VR/3 du Conseil d'Etat, donné le 25 avril 2016, en application de l'article 84, § 1, alinéa 1, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Sur la proposition de la Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1. L'article 30, § 2, de l'arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux, modifié en dernier lieu par l'arrêté royal du 12 octobre 2015, est complété par un alinéa rédigé comme suit : « Par dérogation aux dispositions de l'alinéa 1, le taux d'intérêt, pour l'année civile 2016, est fixé à 3,68 %».Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 105, § 1, gewijzigd bij de wet van 10
april 2014 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid; Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen; Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, gegeven op 12 november 2015 en 14 januari 2016; Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 januari 2016; Gelet op de elektronische overdracht, op 19 januari 20
...[+++]16, van de betekening van de budgetten van de middelen aan de bevoegde minister van de regering van de Vlaamse gemeenschap, van de regering van de Franse gemeenschap en van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 26 februari 2016; Gelet op het advies 59.086/VR/3 van de Raad van State, gegeven op 25 april 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid; Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Artikel 30, § 2, van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2015, wordt aangevuld met een lid, luidende : « In afwijking van de bepalingen van het eerste lid wordt de intrestvoet voor het dienstjaar 2016 vastgesteld op 3,68 %».