3. Quel est le nombre de personnes à qui a été refusée, malgré le relèvement du plafond des revenus, l'allocation pour l'aide aux personnes âgées en raison de revenus trop élevés, ventilé selon qu'il s'agit d'un cumul avec: a) une pension de retraite de travailleur salarié; b) une pension de retraite de travailleur indépendant; c) une pension de retraite à charge du secteur public; d) une pension de retraite à charge d'un autre régime; e) d'autres revenus?
3. Aan hoeveel mensen werd, ondanks de verhoging van het inkomstenplafond, de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden geweigerd omwille van te hoge inkomsten, met daarbij een onderverdeling naargelang het gaat om de samenloop met: a) een rustpensioen als werknemer; b) een rustpensioen als zelfstandige; c) een rustpensioen ten laste van de openbare sector; d) een rustpensioen ten laste van een andere regeling; e) andere inkomsten?