1. Les États membres veillent à ce que, lorsqu’elles déterminent le type de sanctions ou mesures administratives et le montant des sanctions pécuniaires administratives, les autorités compétentes veillent à ce qu’elles soient effectives, proportionnées et dissuasives et tiennent compte de toutes les circonstances pertinentes, et notamment, s’il y a lieu:
1. De lidstaten zien erop toe dat de bevoegde autoriteiten bij de vaststelling van de aard van bestuursrechtelijke sancties of maatregelen en van de omvang van bestuursrechtelijke geldboeten ervoor zorgen dat deze doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en dat zij daarbij alle relevante omstandigheden in aanmerking nemen, zoals, in voorkomend geval: