a) les ouates, feutres et nontissés, imprégnés, enduits ou recouverts de substances ou de préparations (de parfum ou de fards du chapitre 33, de savon ou détergent du n° , de cirage, crème, encaustique, brillant, etc., ou préparations similaires du n° , d'adoucissant pour textiles du n° , par exemple), lorsque ces matières textiles ne servent que de support;
a) watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met stoffen of bereidingen (bij voorbeeld parfum of cosmetische producten bedoeld bij hoofdstuk 33, zeep of detergentia bedoeld bij post , schoensmeer, boenwas, poetsmiddelen of dergelijke preparaten bedoeld bij post , wasverzachters bedoeld bij post ), waarbij de textielstof slechts als drager dient;