Le Comité « R », quant à lui, s'efforce de faire comprendre qu'en tenant compte, par exemple de condamnations pénales antérieures significatives, en rapport avec la fiabilité générale d'un individu, il ne condamne pas une seconde fois cette personne (« non bis in idem ») en lui refusant l'accès à l'habilitation de sécurité convoitée.
Van zijn kant probeert het Comité I te doen inzien dat het, wanneer het bijvoorbeeld rekening houdt met betekenisvolle strafrechtelijke veroordelingen in het verleden, die verband houden met de algemene betrouwbaarheid van een individu, de betrokkene niet een tweede keer veroordeelt (« non bis in idem ») door hem de toegang tot de gewenste veiligheidsmachtiging te weigeren.