§ 1. Lors de la constatation d'un délit au sens de l'article 11.2.2, alinéa premier, 10° ou 11°, le verbalisant remet, conjointement avec le procès-verbal, une requête écrite au procureur du Roi le priant de se prononcer concernant le traitement pénal ou non du délit au sens de l'article 11.2.2, alinéa premier, 9° ou 10.
§ 1. Bij de vaststelling van een misdrijf in de zin van artikel 11.2.2, eerste lid, 10° of 11°, bezorgt de verbalisant samen met het proces-verbaal een schriftelijk verzoek aan de procureur des Konings, waarin deze laatste gevraagd wordt zich uit te spreken over de al dan niet strafrechtelijke behandeling van het misdrijf in de zin van artikel 11.2.2, eerste lid, 9° of 10°.