La loi du 12 février 2003 modifiant le Code d'instruction criminelle en ce qui concerne le défaut et abrogeant l'article 421 du même Code (Moniteur belge du 28 mars 2003, éd. 4, p. 15914) prévoit notamment que dans certaines conditions, si le prévenu ne comparaît pas en personne ou par un avocat, après avoir comparu à l'audience d'introduction, le jugement rendu sera réputé contradictoire et sera signifié au prévenu à la requête du ministère public.
De wet van 12 februari 2003 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het verstek betreft en tot opheffing van artikel 421 van hetzelfde Wetboek (Belgisch Staatsblad van 28 maart 2003, Ed. 4, 15914) schrijft onder meer voor dat onder bepaalde voorwaarden indien de beklaagde noch persoonlijk, noch in de persoon van een advocaat verschijnt, nadat hij op de inleidingszitting is verschenen, het vonnis dat gewezen wordt, geacht wordt op tegenspraak te zijn en ten verzoeke van het openbaar ministerie aan de beklaagde wordt betekend.