La déclaration de Laeken (point III) dispose: "Outre son président et ses deux vice-présidents, la Convention sera composée de quinze représentants des chefs d'État ou de gouvernement des États membres (un par État membre), de trente membres des parlements nationaux (deux par État membre), de seize membres du Parlement européen et de deux représentants de la Commission".
Punt III van de Verklaring van Laken bepaalt onder meer het volgende: "Naast de voorzitter en de twee vice-voorzitters zal de Conventie bestaan uit 15 vertegenwoordigers van de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten (1 per lidstaat), 30 leden van de nationale parlementen (2 per lidstaat), 16 leden van het Europees Parlement en 2 vertegenwoordigers van de Commissie".