Le conseiller provincial est tenu de déclarer auprès du greffier provincial, dans les six mois qui suivent sa prestation de serment, les mandats, fonctions, mandats dérivés ou charges publics d'ordre politique exercés en dehors de son mandat et les indemnités, traitements, jetons de présence et autres avantages tels que définis par le Gouvernement perçus en exécution de ceux-ci.
Het provincieraadslid is ertoe gehouden binnen de zes maanden na zijn eedaflegging bij de provinciegriffier aangifte te doen van zijn openbare mandaten, openbare functies, openbare afgeleide mandaten of openbare ambten van politieke aard die het buiten zijn mandaat om heeft uitgeoefend, evenals van de vergoedingen, wedden, aanwezigheidsgelden en andere voordelen, zoals omschreven door de regering, die het ter uitvoering ervan genoten heeft.