Pour les agents qui atteindront l'âge de 55 ans entre le 1 janvier 2006 et le 31 décembre 2010, ce seront également toutes les périodes d'absence mentionnées dans l'arrêté (donc en ce compris le congé préalable à la mise à la retraite), qui ne seront prises en considération pour la pension qu'à concurrence d'un certain pourcentage des services réellement prestés, pourcentage qui diminuera progressivement.
Voor de personeelsleden die de leeftijd van 55 jaar zullen bereiken tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010, zullen eveneens alle in het besluit vermelde perioden van afwezigheid (dus ook de verloven voorafgaand aan de opruststelling) in aanmerking genomen worden voor het pensioen, maar slechts ten belope van een bepaald percentage van de werkelijk gepresteerde diensten, percentage dat geleidelijk zal verminderen.