Il convient que les réductions des émissions de gaz à effet de serre aient lieu entre 2013 et 2020, chaque État membre étant autorisé à reporter sur l'année suivante une quantité égale à 3 % de la limite d'émission de gaz à effet de serre qui lui a été fixée et un État membre dont les émissions sont inférieures à cette limite étant autorisé à reporter ses réductions d'émissions excédentaires sur l'année suivante.
De broeikasgasemissiereducties moeten plaatsvinden tussen 2013 en 2020, waarbij het elke lidstaat wordt toegestaan een hoeveelheid van 3% van de broeikasgasemissieplafonds van die lidstaat over te dragen naar het volgende jaar te gebruiken en waarbij het een lidstaat waarvan de emissies lager waren dan zijn emissieplafond, wordt toegestaan zijn extra tot stand gebrachte emissiereducties naar het volgende jaar over te dragen.