1. Nonobstant les dispositions de l'article 46 paragraphe 2, si la durée totale des périodes d'assurance accomplies sous la législation d'un État membre n'atteint pas une année et si, compte tenu de ces seules périodes, aucun droit aux prestations n'est acquis en vertu des dispositions de cette législation, l'institution de cet État n'est pas tenue d'accorder des prestations au titre desdites périodes.
1. Indien de totale duur der krachtens de wettelijke regeling van een Lid-Staat vervulde tijdvakken van verzekering minder dan een jaar bedraagt en indien, uitsluitend rekening houdende met deze tijdvakken, geen enkel recht op uitkeringen krachtens die wettelijke regeling bestaat, is het orgaan van die Staat, ongeacht het bepaalde in artikel 46, lid 2, niet verplicht op grond van bedoelde tijdvakken uitkeringen toe te kennen.