10. souligne que, d'après l'entreprise commune, les apports des États membres se situent sous le seuil de 1,8 fois la contribution de l'Union fixé par ses statuts pour assurer le respect des limites qu'imposent les règles sur les aides d'État; constate en particulier que le volume total des financements publics accordé aux participants industriels à de vastes projets pilotes est plafonné à 25 %, alors que les statuts de l'entreprise commune imposent l'application d'un même taux de remboursement à chaque participant;
10. verneemt van de gemeenschappelijke onderneming dat de bijdragen van de lidstaten minder dan 1,8 maal de bijdrage van de Unie beliepen, zoals vereist door het statuut van de gemeenschappelijke onderneming om te voldoen aan de beperkingen op grond van de regels inzake overheidssteun; merkt met name op dat voor de industriële deelnemers aan grote proefprojecten de totale overheidsfinanciering niet meer mag bedragen dan 25 %, terwijl het statuut van de gemeenschappelijke onderneming vereist dat aan elke deelnemer hetzelfde vergoedingspercentage wordt toegekend;