i. le numérateur est égal à la différence entre, d'une part, le nombre de titres-services édités au nom du contribuable et que celui-ci a achetés auprès de la société émettrice au cours de la période imposable et, d'autre part, le nombre de titres-services qui ont été remboursés par la société émettrice au contribuable au cours de la même période imposable. Le numérateur ne peut pas excéder 150;
i. de teller gelijk is aan het verschil tussen enerzijds, het aantal dienstencheques die op naam van de belastingplichtige zijn uitgegeven en die hij tijdens het belastbaar tijdperk bij het uitgiftebedrijf heeft aangekocht en anderzijds, het aantal dienstencheques die in de loop van datzelfde belastbaar tijdperk door het uitgiftebedrijf aan de belastingplichtige werden terugbetaald. de teller kan niet hoger zijn dan 150;