Cette méthode s'appuie sur la qualité de crédit des opérations de financement de la BEI, telle qu’évaluée par la BEI, sur les régions et les plafonds définis à l’annexe I, sur la nature de la contrepartie (émetteur souverain/État, émetteur sub-souverain visé au paragraphe 1 ou émetteur privé), sur la capacité d’absorption des risques de la BEI et sur d’autres critères pertinents, notamment la valeur ajoutée de la garantie de l’UE.
De methode moet gebaseerd zijn op de kredietwaardigheid van EIB-financieringsverrichtingen, volgens de beoordeling door de EIB, de in bijlage I bepaalde regio's en plafonds, de aard van de tegenpartij (een land, een subnationale entiteit als bedoeld in lid 1 of een particuliere instantie), de risicoabsorptiecapaciteit en andere relevante criteria waaronder de toegevoegde waarde van de EU-garantie.