Art. 228. Lorsqu'une entreprise d'assurance non-vie a des liens financiers, commerciaux ou administratifs avec une entreprise d'assurance-vie, la Banque veille à ce que la répartition des frais et des revenus entre les activités vie et non-vie ne soient pas faussée par des conventions ou des arrangements passés entre ces entreprises.
Art. 228. Wanneer een niet-levensverzekeringsonderneming financiële, commerciële of administratieve banden heeft met een levensverzekeringsonderneming, ziet de Bank erop toe dat de verdeling van de kosten en inkomsten tussen de niet-levens- en de levensverzekeringsactiviteiten niet wordt vertekend ten gevolge van overeenkomsten of afspraken tussen deze ondernemingen.