47. salue l'attention particulière accordée à Haïti lors de cette 31 session du Conseil des droits de l'homme; déplore la situation humanitaire toujours dramatique dans le pays et le fait que les dommages causés depuis les ouragans de 2010 n'aient toujours pas été réparés; souligne que la situation d'extrême pauvreté du pays a amplifié les effets dévastateurs des catastrophes naturelles en causant la plus grave crise humanitaire depuis des décennies; dénonce de nouveau la dette et le service de la dette colossal imposés au pays par la France et les institutions internationales (au premier rang desquelles le Fonds monétaire international) et responsables de son sous-dével
oppement; salue la ...[+++]ss=yellow3>solidarité internationale déployée pour aider Haïti, en tout premier lieu la solidarité régionale, avec notamment: l'envoi par Cuba de médecins et de personnel spécialisés, ayant traité des dizaines de milliers de personnes contre le choléra, l'appui financier à travers le Fonds humanitaire de l'ALBA pour Haïti, la continuation de l'appui énergétique à travers Petrocaribe et la création d'un plan spécial pour l'approvisionnement direct en combustible des véhicules d'assistance humanitaire, des initiatives agricoles pour la fourniture d'aliments et des plans de production, ainsi que la campagne de reforestation; exige l'ouverture d'une enquête sur le fait que certaines aides, notamment de l'Union européenne, pourraient n'être jamais arrivées à Haïti, et d'une enquête sur l'efficacité du réseau de distribution des aides; demande également un bilan des aides effectivement versées;
47. uit zijn tevredenheid over het belang dat aan Haïti wordt toegekend op de 31ezitting van de Mensenrechtenraad; betreurt de nog steeds dramatische humanitaire situatie in het land en het feit dat de door orkanen in 2010 veroorzaakte schade nog steeds niet is hersteld; benadrukt dat de extreme armoede van het land de vernietigende gevolgen van de natuurrampen nog heeft verergerd en heeft geleid tot de ergste humanitaire crisis van de afgelopen decennia; spreekt opnieuw zijn afkeuring uit over de regeli
ng die Frankrijk en internationale instellingen (het IMF voorop) Haïti hebben opgelegd ter aflossing van de kolossale schuld van het
...[+++]land, terwijl zij juist verantwoordelijkheid dragen voor de onderontwikkeling van Haïti; begroet de betoonde internationale solidariteit om Haïti te helpen, in de allereerste plaats de solidariteit uit de regio, onder meer blijkend uit: het zenden door Cuba van artsen en gespecialiseerd personeel die tienduizenden mensen hebben ingeënt tegen cholera, de financiële steun die Haïti heeft ontvangen uit het humanitaire fonds van de ALBA, de voortdurende energiesteun van Petrocaribe en het opzetten van een speciaal plan voor rechtstreekse brandstoflevering voor voertuigen ingezet bij humanitaire hulpverlening, de landbouwinitiatieven voor voedselverstrekking en productieprogramma's, en de herbebossingscampagne; eist een onderzoek naar de reden waarom bepaalde steun uit onder meer de Europese Unie, nooit op Haïti is aangekomen, alsmede onderzoek naar de doelmatigheid van het hulpverdelingsnetwerk; verlangt ook een staat van de daadwerkelijk uitbetaalde hulpbedragen;