51. souligne que les mécanismes de sauvetage et la troïka revêtent un caractère ad hoc et déplore l'absence d'une base juridique adéquate pour la création de la troïka au regard du droit primaire de l'Union, situation qui a conduit à l'instauration de mécanismes intergouvernementaux tels que le FESF et, finalement, le MES; demande que toute solution future repose sur le droit primaire de l'Union; mesure qu'il pourrait s'ensuivre la nécessité de modifier le traité;
51. wijst erop dat de reddingsmechanismen en de trojka een ad-hockarakter droegen, en betreurt dat er geen passende rechtsgrondslag voor de instelling van de trojka op basis van het primair recht van de Unie voorhanden was, hetgeen resulteerde in de instelling van intergouvernementele mechanismen in de vorm van het EFSF, en uiteindelijk van het ESM; verlangt dat alle eventuele toekomstige oplossingen gebaseerd moeten zijn op het primaire Unierecht; erkent dat dit kan impliceren dat het Verdrag moet worden gewijzigd;