Comme le souligne le ministre des Pensions dans sa réponse à la question no 75 du 18 avril 1997 de M. Detienne (Questions et Réponses, Chambre, 1996-1997, no 85, p. 11639), «les pensions et rentes de guerre ne visent en effet pas exclusivement le maintien d'un certain revenu mais comportent un aspect de reconnaissance nationale, qui ne pourrait subsister envers une veuve dont le comportement dénote une attitude indigne vis-à-vis de son mari, invalide de guerre ou ancien combattant».
Zoals de minister van Pensioenen in zijn antwoord benadrukt op de vraag nr. 75 van 18 april 1997 van de heer Detienne (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1996-1997, nr. 85, blz. 11639), «beogen niet enkel de oorlogspensioenen en -renten het behoud van een bepaald inkomen, maar zijn ook een vorm van nationale erkentelijkheid die onmogelijk kan bestaan ten aanzien van een weduwe wier gedrag wijst op een onwaardige houding ten opzichte van haar echtgenoot die oorlogsinvalide of oudstrijder is geweest».