1. L'exportation de captures effectuées par des navires de pêche battant pavillon d'un État membre est subordonnée à la validation d'un certificat de capture par les autorités compétentes de l'État membre du pavillon, conformément à l'article 12, paragraphe 4, si cela est exigé dans le cadre de la coopération prévue à l'article 20, paragraphe 4.
1. Vangsten van vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, mogen slechts worden uitgevoerd met een vangstcertificaat dat overeenkomstig artikel 12, lid 4, door de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat is gevalideerd, indien zulks vereist is in het kader van de bij artikel 20, lid 4, ingestelde samenwerking.