Le ministère public près le tribunal ou la cour qui doit connaître de l'appel doit, à peine de déchéance, notifier son recours soit au prévenu, soit à la partie civilement responsable de l'infraction soit à la partie intervenante dans les vingt-cinq jours à compter du prononcé du jugement.
Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die van het beroep kennis moet nemen, moet, op straffe van verval, binnen vijfentwintig dagen te rekenen van de uitspraak van het vonnis, zijn beroep betekenen, hetzij aan de beklaagde, hetzij aan de voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijke partij, hetzij aan de tussenkomende partij.