« Art. 42 bis. § 1. Lorsque l'exploitant d'un établissement, zone de production, zone de reparcage, centre d'expédition, centre de purification ou parc d'élevage de poisson procède à un examen en vue de détecter la présence de zoonoses et d'agents zoonotiques, il doit en conserver les résultats et faire le nécessaire pour que toutes les souches pertinentes soient conservées pendant une période fixée par l'Agence qui à cette fin tient compte de la période d'incubation de l'agent en question, son épidémiologie ainsi que du type et de la nature de la denrée alimentaire.
« Art. 42 bis. §1. Wanneer de exploitant van een inrichting, productiegebied, heruitzettingsgebied, verzendingscentrum, zuiveringscentrum of viskwekerij een onderzoek doet naar de aanwezigheid van zoönoses en zoönoseverwekkers, moet hij de resultaten daarvan bijhouden en ervoor zorgen dat alle relevante isolaten worden bewaard gedurende een termijn die wordt voorgeschreven door het Agentschap dat daarbij rekening houdt met de incubatieperiode van het betrokken agens, zijn epidemiologie evenals met het type en de aard van het voedingsmiddel.